Volgens de boeken kunt u met de current ratio beoordelen of uw bedrijf de korte termijn schulden, oftewel vlottende passiva, kan financieren met de voorraden, debiteuren en de aanwezige liquide middelen, ook wel vlottende activa genoemd. De algemeen geldende norm is dat een onderneming een waarde van boven de 1 moet hebben. Een waarde tussen de 1,5 en 2 wordt als gezond beschouwd, uiteraard afhankelijk van de branche. Bij een te hoge current ratio maakt een organisatie onvoldoende gebruik van de liquide middelen.
Met de quick ratio worden voorraden niet als vlottende activa beschouwd en meegeteld: voorraden staan voor een bepaalde waarde op de balans, maar het is maar de vraag of dit de daadwerkelijke verkoopwaarde is.
Denk bijvoorbeeld aan bederfelijke of niet actuele voorraden. Rekent u met de quick ratio, dan wordt uitgegaan van een gezonde waarde van 1. Uiteraard weer afhankelijk van de branche. Ook dient er rekening gehouden te worden met de betalingstermijnen. Als die van debiteuren langer is dan crediteuren, kan men bij een waarde van 1 toch in gevaar komen.
Om het netto werkkapitaal te berekenen, worden de vlottende passiva van de vlottende activa afgetrokken.