Master Data Management
Terug naar overzicht
blog

De aanhouder blijft in de race

Je weet precies wat je nodig hebt. Je hebt al helemaal bedacht wat je wilt hebben, en wat je ermee gaat doen. In je hoofd is alles al tot in de details uitgewerkt. Maar het is niet te vinden. Buitengewoon frustrerend. Al jouw netwerken zijn ingezet, maar je blijft met lege handen achter.

Ruim een jaar geleden ben ik begonnen aan mijn promotieonderzoek aan de Universiteit van Leiden. Bij toeval eigenlijk. Een vriend van mij, Jean-Pierre van der Rest, werkt op de Hotelschool Den Haag, en moest enkele wetenschappelijke artikelen reviewen, die vol stonden met wiskunde. In mijn dagelijks leven werk ik als actuaris, en zie dus veel formules langskomen, en hij vroeg mij of ik hem niet kon helpen. Dat kon ik, en het was leuk om te doen, en al snel wist hij me enthousiast te maken voor een promotieonderzoek als buitenpromovendus, naast mijn normale werk. Jean-Pierre kende Jan Adriaanse, professor in turnaround management, en hij wilde mij wel onder zijn hoede nemen.

Ik doe onderzoek naar de oorzaken van faillissement. Sinds het midden van de vorige eeuw is hier al heel veel over geschreven. Er is gekeken of falend management de voornaamste oorzaak is, of misschien een slecht draaiende economie. Spelen bedrijven te langzaam in op veranderende marktomstandigheden? Is de structuur van de balans en resultatenrekening van belang? Hoe goed kunnen wij voorspellen welke bedrijven volgend jaar niet meer bestaan? Ik ben zelf vooral geïnteresseerd in mogelijke kettingreacties. Als een bedrijf het hoofd niet meer boven water weet te houden, dan zijn haar crediteuren een deel van hun geld kwijt. Sommigen kunnen dat gat misschien zonder veel problemen opvullen, anderen zullen daar meer moeite mee hebben. Zij komen misschien in de problemen, gaan misschien zelf ook failliet, en de cirkel kan zich herhalen. Is zo’n effect er daadwerkelijk, en hoe groot is het dan? Of valt het wel mee, en zijn de andere oorzaken veel belangrijker? Voor ondernemers is dit waarschijnlijk ook interessant om te weten. Moet je goed oppassen voor je zaken doet met bepaalde andere partijen, of kan je zonder veel problemen iedereen verwelkomen in jouw zakennetwerk?

Mijn vragen zijn duidelijk, maar een antwoord vinden is minder eenvoudig. Er moet een goede onderbouwing komen voor jouw stellingen. Alle wetenschappelijke artikelen zullen anoniem gereviewed worden door ervaren collega wetenschappers, die vaak zeer bedreven zijn in het vinden van de zwakke punten in jouw redenering. Als de kwaliteit van jouw artikel onvoldoende is, dan moet je het verbeteren, wat veel werk met zich mee kan brengen en de hele voortgang van het promotietraject vertraagd. Vaak genoeg wordt het geweigerd, en moet je bij een ander tijdschrift hetzelfde proces van voor tot achter doorlopen.

Een theoretisch model is redelijk eenvoudig gemaakt, en conclusies zijn makkelijk te trekken, maar als niemand begrijpt hoe die naar de echte wereld te vertalen zijn, dan is de waarde al snel beperkt. Praktische resultaten betekenen een analyse van de wereld buiten de universiteit, en dus moet je een goede dataset vinden. Veel onderzoekers struikelen daarover. Ze hebben het werk van andere wetenschappers bestudeerd, weten welke vragen ze beantwoord willen zien, maar vervolgens blijkt het niet mogelijk om voldoende data te vinden. Of alleen maar data van onvoldoende kwaliteit. Dat betekent terug naar de tekentafel. De vragen moeten misschien anders gesteld worden, en soms zit er niets anders op om een heel ander onderwerp te kiezen. Terug bij af. Minus een illusie.

Via mijn werk bij Achmea had ik contacten bij een kredietverzekeraar, die natuurlijk hele interessante informatie hebben over de kredieten tussen bedrijven, en de risico’s die daar aan verbonden zijn. Ze waren meteen enthousiast, en samen keken we of hun gegevens te gebruiken waren. Na enige tijd puzzelen bleek het alleen lastig om de informatie gestructureerd uit hun IT-systemen te halen. Ze konden me wel doorverwijzen naar een andere verzekeringsmaatschappij waar de mee samenwerkten, die ook mooie mogelijkheden zagen om mij te helpen. Hun hoofdkantoor in het buitenland zag dat echter anders, ze waren niet overtuigd dat mijn onderzoek voor hen nuttige informatie op zou leveren. Via andere routes heb ik contact gezocht met de Kamer van Koophandel, die natuurlijk ook heel veel bedrijfsgegevens beschikbaar hebben. Het nadeel was echter dat alle balansen en resultatenrekeningen alleen als pdf-jes gedeponeerd hoeven te worden, wat het echt onmogelijk maakt om die gestructureerd te analyseren. Verder zoekende binnen de overheid kwam ik uit bij het Centraal Bureau van de Statistiek, die data heeft over ongeveer alles. Die laten tegenwoordig iedereen betalen voor het gebruik van hun data, ook universiteiten. En dat kan dus oplopen als je veel data nodig hebt.

Het begon er steeds minder rooskleurig uit te zien, en het lot van collega-onderzoekers leek ook mijn lot te worden. Moesten mijn vragen aangepast worden? Was een simpeler vraag voldoende? Toch maar met een theoretisch model verder? De tweede kredietverzekeraar bleek nog een connectie met Graydon te hebben. Dat klonk interessant. Het bestaansrecht van Graydon is het verzamelen van informatie over alle bedrijven van Nederland. Diverse informatiebronnen combineren ze. De netwerken tussen bedrijven worden in kaart gebracht. Precies wat ik nodig heb voor mijn onderzoek. Graydon was ook meteen enthousiast. Dit was een goede manier om meer inzicht te krijgen in hun gegevens, die hun klanten uiteindelijk ook weer zouden kunnen gebruiken. Beide partijen zullen er voordeel mee hebben, de ideale combinatie. Dit keer zijn er geen praktische problemen, en ik kan dus binnenkort beginnen met mijn analyses.

Ik zal een blog bijhouden om te vertellen wat mijn onderzoeksresultaten zijn, en wat mij verder opvalt in de wetenschappelijke wereld rond faillissementen. Ik denk dat er genoeg onderzoek is dat nuttig en interessant kan zijn voor ondernemers, met minder voor de hand liggende inzichten en nieuwe gezichtspunten. Ik hoop dat dit ondernemers helpt om hun bedrijf net wat soepeler te laten draaien, en hun risico’s weer wat ingeperkt kunnen worden.

Gelijkaardige publicaties