Master Data Management
Terug naar overzicht
blog

Geen vrienden

Een goede beul heeft wel fans, maar geen vrienden. Voor curators lijkt dat vaak niet veel beter, en ook de fans hebben zich nog niet rijendik gemeld. Ondernemers zijn altijd al zeer kritisch geweest als ze met deze beroepsgroep in aanraking komen. Het doet natuurlijk pijn om een ondernemersdroom ten onder te zien gaan, en dat leed wordt nog verder vergroot als het er op lijkt dat de curator vooral met zichzelf bezig is.

Hoe is het gesteld met de effectiviteit van de Nederlandse curator? 

Niet pluis

Uitspraken als ‘curator laat niets van zich horen’, ‘cutator is nalatig geweest, ‘vaak slechte moraalridders’, ‘gaat érg snel, heeft weinig kennis en volgens mij de verkeerde belangen’ of ‘het wereldje van de curatoren is alles behalve pluis’ worden als vanzelfsprekend de wereld in geslingerd. De onkostendeclaraties kunnen hoog oplopen, en procedures lijken zich maar voort te slepen. Ook ondernemers aan de andere kant, die nog hopen dat ze wat van hun zuurverdiende geld terug kunnen zien, worden zelden enthousiast. Vaak moet een groot deel van het uitstaande bedrag afgeschreven worden.

Groener gras?

Bij alle kritiek rijst de vraag of er sprake is van een echt probleem, of dat het vooral de emoties zijn die het beeld kleuren. Het beste kunnen  we daarvoor een blik op het buitenland werpen. Als de werkwijze in andere landen en culturen immers vergelijkbaar is, dan is dit waarschijnlijk moeilijk anders in te richten. Simeon Djankov heeft een onderzoek gedaan naar de efficiency van de faillissementsprocedure in 88 landen. Hij heeft hiervoor een voorbeeldcase bedacht, waarbij een middelgroot hotel (‘Mirage BV’) het hoofd niet langer boven water kan houden vanwege verslechterende marktomstandigheden. Een bank, een reeks toeleveranciers en de werknemers krijgen nog geld van het bedrijf. Omdat in de nabije toekomst de markt weer aan zal trekken, zal een doorstart het meeste financiële voordeel opleveren. De curatoren in de deelnemende landen kregen vervolgens de vraag: hoe wordt in jullie land dit faillissement afgehandeld?

Wat doen we met de stekker?

Het eerste belangrijke verschil is de wijze waarop geprobeerd wordt de crediteuren tevreden te stellen. In sommige landen wordt primair gepoogd om de bezittingen te verkopen om de schulden af te lossen. In andere landen (waaronder Nederland) zal onderzocht worden of het bedrijf in z’n geheel verkocht kan worden. In de meeste landen wordt echter de focus gelegd op het reorganiseren van het bedrijf, zodat het zelfstandig verder kan. Omdat het in alle gevallen dezelfde situatie betrof, zijn deze verschillen voornamelijk toe te schrijven aan de (juridische en economische) cultuur. 

Ook bestaan er grote verschillen in de effectiviteit van deze procedures. De wijze van afwikkeling is daarbij niet heel relevant. In alle drie de categorieën zitten landen die de procedure binnen een half jaar afronden, en er zijn landen die er jaren zoet mee zijn. De kosten van de procedure variëren van een verwaarloosbaar percentage tot ruim een derde van het uitstaande bedrag.

Oranje boven

Uit het onderzoek komt Nederland heel gunstig naar voren. De kosten worden gemiddeld op 1% geschat, en de procedure wordt in gemiddeld 1 jaar en 5 maanden afgewikkeld. Uiteindelijk zou 95% van het uitstaande bedrag voor de crediteuren worden teruggehaald, het op één na hoogste percentage in de wereld. Alleen Singapore en Japan doen het beter, en dan met name door het in gemiddeld 7 maanden afhandelen van het proces. In landen met hoge inkomens wordt bijna driekwart van het uitstaande bedrag teruggegeven aan de crediteuren. In lage inkomenslanden is dat percentage veel lager, namelijk maar een derde. Het grootste probleem in deze landen is een lange procedure, die bijna automatisch hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast slaat de hoge inflatie in die landen ook een groot gat in de opbrengsten. Als je na jarenlang vechten eindelijk je geld terugkrijgt, dan kan je er nog net een sneetje brood van kopen. Het effect van de inflatie is  vaak nog erger dan de kosten die de curator rekent. Wat dat betreft kan het haast niet beter in Nederland, de geldontwaarding is zo laag dat lang wachten voor de koopkracht niet veel uitmaakt.

In ieder geval efficiënt

Als we naar het buitenland kijken, dan blijken onze Nederlandse curatoren het dus nog zo slecht niet te doen. Misschien zijn er individuele curatoren die niet het belang van hun cliënten lijken te dienen, maar gemiddeld weten ze wel waar ze mee bezig zijn. De verliezen worden beperkt gehouden.

Als u dus een curator treft die u het bloed onder de nagels vandaan haalt, herinner dan: hij doet het wel op een buitengewoon efficiënte wijze.

Gelijkaardige publicaties