Kort gezegd geeft de rentabiliteit weer hoeveel winst u per geïnvesteerde euro maakt. Hoe beter uw rentabiliteit, hoe winstgevender uw bedrijf en hoe eerder financiers u een lening geven. Een te lage rentabiliteit belemmert investeringen - en daarmee de groei en ontwikkeling van uw bedrijf. De continuïteit van uw bedrijf hangt dus af van een goede rentabiliteit. Maar wat is het precies? En belangrijker: wat kunt u doen om het te verbeteren?
De rentabiliteit laat het verband zien tussen het financiële resultaat van de onderneming en het geïnvesteerde vermogen. Niet alleen is een gezonde rentabiliteit belangrijk voor de directie zelf. Met name ook voor externe partijen is dit belangrijk, want zij willen graag weten wat hun geld oplevert. Aandeelhouders willen weten wat het eigen vermogen van het bedrijf oplevert en financiers willen dit voor het vreemd vermogen kunnen inschatten. De rentabiliteit geeft een indicatie van de winstgevendheid van uw bedrijf. Het is bovendien een belangrijke ratio om ervoor te zorgen dat u voldoende met eigen vermogen blijft financieren en niet te afhankelijk wordt van vreemd vermogen. Andersom kan ook het geval zijn: als u alleen gebruik maakt van eigen vermogen, kan het juist interessant zijn om meer vreemd vermogen aan te trekken om nog sneller te groeien of te investeren in nieuwe markten. Wij schreven ook een ebook over het slim financieren van uw onderneming mocht u dit interesseren.
Er zijn drie rentabiliteitsratio´s. Eén voor het eigen vermogen (REV), één voor het vreemd vermogen (RVV) en één voor het totaal vermogen (RTV). Wat een goede RTV is, hangt af van het soort bedrijf en de branche. Gemiddeld is een score vanaf 8 procent echter goed. U maakt dan op iedere euro 8% winst – en dat is wat aandeelhouders en financiers graag horen. Scoort u lager, dan is het belangrijk actie te ondernemen om uw rentabiliteit te verbeteren. Dit zijn de formules (die worden berekend met cijfers uit de winst- en verliesrekening):
Of u goed of slecht scoort, kunt u onder andere ontdekken door op basis van kredietinformatie te vergelijken (benchmarken) met uw concurrenten. Ook financiers zullen deze vergelijking maken.
In een kapitaalintensieve onderneming met veel investeringen en lange afschrijvingstermijnen is een tragere omloopsnelheid vaak niet te vermijden. Bij een handelsonderneming echter wel. Om de omloopsnelheid van uw werkkapitaal te verbeteren, spelen debiteuren, crediteuren en voorraden een rol. Hoe meer geld in deze ‘werkkapitaal’ posten vastzit, hoe meer mogelijkheden u heeft om uw omloopsnelheid te verbeteren. Hoe lang kapitaal vastzit in debiteuren, voorraden en crediteuren kunt u met ratio´s berekenen. Een handig model hierbij is het CCC-model, ofwel de ‘cash conversion cycle’. Hiermee ontdekt u waar de zwaktes zich in uw (operationele) organisatie bevinden en waar u dus harder aan de touwtjes moet trekken.
Bereken eerst uw gemiddelde dagomzet (jaaromzet gedeeld door 365) en bereken vervolgens eerst alle drie de factoren los van elkaar om tot de totale omloopsnelheid te komen:
Met de rekensom DIO + DSO – DPO komt u tot de cash conversion cycle en krijgt u inzicht in de omlooptijd van uw netto werkkapitaal. Het vertelt hoe efficiënt u uw kapitaal gebruikt. Maar ook nu is dit slechts een getal. Het krijgt pas waarde als u dit getal vergelijkt met anderen én in de tijd. Benchmark daarom met vergelijkbare bedrijven in uw branche en ga ook eens na of de ratio´s veranderen. Loopt uw DSO op? Zijn er klanten die steeds later betalen? Betaalt u zelf wellicht te snel ten opzichte van uw concurrenten? Lees u hoe u meer inzicht in uw werkkapitaal krijgt.
U weet nu dat u uw omloopsnelheid kunt verbeteren door uw werkkapitaal (het geld dat ‘vastzit’ in voorraden, debiteuren en crediteuren) efficiënter te gebruiken. U weet ook hoe u scoort ten opzichte van andere bedrijven. Maar daarmee heeft u nog niets daadwerkelijk veranderd of verbeterd. Per onderdeel kunt u echter gericht actie ondernemen - niet eenmalig maar structureel. Misschien kunt u minder voorraad aanhouden of slimmer met voorraden omgaan. Mogelijk kunt u uw crediteuren later betalen. Maar vooral op het gebied van debiteurenbeheer valt vaak veel te winnen. Met goede kredietinformatie verlaagt u de kans dat u met wanbetalers of met faillissementen van klanten te maken krijgt. Graydon ziet zelfs 90% van de faillissementen meer dan een jaar van te voren aankomen. Daarnaast kunt u actie ondernemen om uw facturen, zonodig geautomatiseerd, sneller betaald te krijgen en dus uw DSO te verlagen. Lees meer over het optimaliseren en automatiseren van uw debiteurenbeheer.
Wilt u meer weten over modern credit management download dan dit handboek.